zondag 9 juni 2013

Week 24 - Depressie

'Wat buigt u zich neer, mijn ziel,
en bent u onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem weer loven
voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht.'
HSV

'Mijn ziel, wat drukt je terneer,
waarom ben je zo onrustig?
Op God wil ik vertrouwen,
eens zal ik hem weer prijzen,
hem, mijn behoud, mijn God.'
GNB

Psalm 42:6


De titel voor het stukje voor de komende week is ‘Depressie’.
Ik wil vooraf even de volgende kanttekening hierbij plaatsen.
Zowel de ter inspiratie erbij gegeven tekst als met wat er op het kalendertje staat, betreft dit stukje depressieve gevoelens en niet de echte depressie of aanverwante stoornissen.
Echte depressie is meer dan een dip of je neerslachtig voelen.
Ik denk dat de laatste zin op het kalendertje anders ronduit als schokkend kan worden ervaren en zelfs mensen die echt depressief zijn, ook nog eens een (extra) schuldgevoel bezorgen.

Ik citeer: ‘Vergeet niet dat de nederlaag niet ligt in het worstelen met depressieve gevoelens, maar in het eraan toegeven.’

Met het lezen van deze zin,kon ik bijna de pijn voelen van hen die echt depressief zijn, omdat het voor hen vaak geen kwestie is van dat ze eraan toegeven, maar ze hebben niet meer het vermogen om te vechten.
Echte depressie (depressieve stoornissen) is geen kwestie van toegeven aan depressieve gevoelens.
Hoeveel en hoe zwaar de worstelingen van mensen die lijden aan depressie  zijn, kunnen we ons maar nauwelijks voorstellen, tenzij we er zelf doorheen zijn gegaan.
Om dan te spreken over de nederlaag die een feit is als men aan deze gevoelens toegeeft, komt bij mij binnen als ‘hoe enorm pijnlijk en kwetsend, en ik vraag me af hoe dit wel niet moet zijn voor mensen die hieraan lijden.
Misschien was een titel als ‘Depressieve gevoelens’ beter geweest dan alleen het woordje ‘Depressie’.
Toch hoop ik en bid ik, dat zij die depressief zijn en dit lezen een beetje hoop, een beetje moed, een beetje troost, zullen vinden in wat God mij op het hart legt om hierover te schrijven.

In de duistere, donkere wereld van depressie,
waar vaak geen enkel lichtstraaltje binnenkomt.
Waar kleuren langzaam vervagen
en in elkaar overlopen tot één mistige, grauwe nevel
die hoop en moed het zicht ontneemt
en een lege leegte achterlaat;
waarin gevoelens van vreugde
verloren gaan.
Waar zinloosheid de regie overneemt;
het leven doelloos maakt,
en iedere dag tot een strijdtoneel
zelfs tot op leven en dood.
Waar God niet meer kan worden gezien,
noch Zijn liefde, kracht en troost
kan worden gevoeld of ervaren
en waar elke smeekbede
voor niets lijkt te zijn gedaan.
De duistere, donkere wereld van depressie,
waar de ene noodkreet soms volgt op de andere.
Tot zelfs een stem verstomt
en slechts de dood uitkomst lijkt te bieden
aan de hopeloosheid
van het huidige bestaan.

O, God van liefde,
God van licht,
God van kracht,
en God van leven.
God van troost,
God van hoop,
God van bevrijding,
en God van genezing.

Ontferm U!
Ontferm U!
Ontferm U!
En wil uitkomst geven!

In Jezus’ Naam.

- Amen –


Depressieve gevoelens

Houdt moed! zijn de twee eerste woorden waar kalendertje mee begint.
Houdt moed!
Moed houden terwijl je je zo voelt, is niet makkelijk.
Let wel, we hebben het hier ook weer niet over je een dagje down of neerslachtig voelen.
Dat kan soms al verholpen worden door een dagje lekker niets doen, of jezelf lekker verwennen met een goed boek op de bank of een keertje vroeg naar bed.
Naar mijn idee gaat het hier over iets wat er tussenin ligt; tenminste, zo ervaar ik het.

Er zullen ongetwijfeld ook veel gelovige mannen en vrouwen zijn die worstelen, of hebben geworsteld, met depressieve gevoelens, of met depressiviteit.
Ook in de Bijbel komen we ze tegen.
De eerste persoon die in mijn gedachten kwam toen ik las waar het over ging, was Elia.
Maar ook koning Saul worstelde met dit soort gevoelens, en Job, en David, de man naar Gods hart.
Het woord ‘depressief’ of depressiviteit’ komt zover ik weet niet in de Bijbel voor, maar er zijn wel meerdere plaatsen waar men de gevoelens van depressiviteit in woorden weergeeft.
God gaat dus duidelijk niet aan deze gevoelens voorbij, maar heeft ze opgenomen in Zijn woord.
Er is dus bij Hem duidelijk ook ruimte voor deze gevoelens.
Ook zien we soms de achterliggende oorzaak.
Elia bijvoorbeeld gaf zich over aan depressieve gevoelens toen Izebel hem naar het leven stond.
Hij had nauwelijks een paar geweldige geloofservaringen/bemoedigingen achter de rug,
(1 Kon. 17; 1 Kon. 18) en hij vluchtte weg de woestijn in.
Na een dag lopen ging hij onder een bremstruik zitten en wenste dat hij dood was.
‘Het is nu genoeg, Heer,’ zei hij. Neem mij maar uit het leven weg, ik ben niet beter dan mijn voorouders.’
Toen ging hij onder de bremstruik liggen slapen.

Bij Koning Saul was het een ander verhaal.
Hij had gezondigd tegen God en God Zelf was Degene die hem een boze geest stuurde.
1 Samuël 16:14 – Van Saul was de geest van de Heer geweken en een boze geest, door de Heer gestuurd, joeg hem angst aan.
In 1 Samuël 15 lezen we dat Saul wel erkent dat hij heeft gezondigd, dat hij zich wil neerbuigen voor God, maar nergens lezen we over zijn berouw van zijn zonden.
Hij maakt zich eerder druk om wat zijn manschappen zullen zeggen als Samuël weer zomaar zou vertrekken.

Ook Job is een man bij wie depressieve gevoelens de overhand kregen.
Maar daar zullen wij denk ik het meeste begrip voor hebben en ons ook het meeste misschien bij voor kunnen stellen als we kijken naar wat hem allemaal is overkomen.
(Job 1)
In Job 3 lezen we over zijn gevoelens.
Vers 11 – ‘Was ik maar gestorven toen ik ter wereld kwam, was ik maar gestikt bij mijn geboorte.’

Ook koning David had van tijd tot tijd last van depressieve gevoelens.
Soms lag schuldgevoel hier aan ten grondslag (Psalm 38:18,19)
Maar ook mannen als Jeremia en Jona kenden deze gevoelens.

Soms was het God Zelf die hen tot de orde riep, hen aanspoorde om niet meer toe te geven aan deze gevoelens, maar om andere stappen te zetten.
Maar God hakte niet met de botte bijl.
Als ik kijk naar Elia, dan stuurt God hem een engel die hem wakker maakte uit zijn slaap en hem aanspoorde om wat te eten en te drinken
Hij had zelfs voor wat eten en drinken gezorgd. (1 Kon. 19:5-9)

Soms, zoals bij Saul, bleef de depressie.
Zijn zonden bleven tussen hem en God instaan, waardoor er geen herstel mogelijk was.
(1 Sam. 31)

Job werd in ere hersteld (Job 42) en  ook David vond steeds opnieuw zijn weg uit deze gevoelens door bij God aan te kloppen en het van Hem te verwachten.

Psalm 30:4,12 – Bij het dodenrijk hebt U mij weggehaald; ik was op weg naar het graf, maar U bracht mij weer tot leven.
Heer, U hebt mij geholpen; ik treur niet meer, ik kan weer dansen van vreugde; feestkleren heb ik aangetrokken, mijn rouwkleed afgelegd.


En soms moeten we onszelf aanpakken en tot de orde roepen.
Naar het bovenstaande tekstwoord je ziel als het ware een schop onder zijn/haar achterste geven door te wijzen op wie je je hoop moet stellen.
Jezelf moed inspreken op grond van Gods woord.

‘Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij?’
Wat is er toch met je aan de hand, ziel?
Waarom ben je toch zo onrustig?
‘Hoop op God, want ik zal Hem weer loven voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht.’


Vestig je hoop, ziel, op God; lees Zijn woord en zie hoe Hij te vertrouwen is, hoe Hij voor je zorgt, je opbeurt.
Vestig je hoop op Hem, mijn ziel, dan zul je Hem weer kunnen loven en prijzen, want Hij is Degene die bevrijdt en geneest.

Zolang ik me kan herinneren ben ik wat zwaarmoedig van karakter, al is het hoe meer en dichter ik met Hem leef, mijn hoop op Hem vestig, mijn troost bij Hem zoek, Zijn woord bid en als proclamatie gebruik vele malen minder geworden dan het was.
Een Psalm die ontzettend belangrijk voor mij is geweest (en nog) in dit proces, is Psalm 13.

‘Hoelang nog, HEER, zult U mij vergeten?
Hoelang nog, houdt U Zich voor mij verborgen?
Hoelang nog moet ik naar een uitweg zoeken met de angst in mijn hart, dag in, dag uit?
Hoelang nog zullen mijn vijanden (en voor mij waren dat dan mijn depressieve gevoelens en gedachten) sterker zijn?


HEER, mijn GOD, kijk toch, antwoord mij!
Geef mij weer uitzicht, laat mij niet sterven.
Ik hoor mijn vijanden al roepen:
‘We hebben haar in onze macht!’
Ik hoor ze al juichen bij mijn val.’


Heel lang bleef ik hier, tot aan dit vers (vers 2 t/m 5) steken.
In het begin keek ik soms nog even naar het laatste vers, maar daar kon ik niets mee, want zo voelde ik het immers niet.
Dus kon ik dat ook niet uitspreken, wat zeg ik, ik wilde het vaak op zo’n moment niet eens lezen.

Ik denk dat de ommekeer kwam met het nummer ‘How long, o Lord’ van Brian Doerksen.
O, niet gelijk hoor, maar gaande weg veranderde er iets.
En als ik nu terugkijk, dan weet ik dat de verandering kwam doordat ik het refrein op den duur toch mee begon te zingen.
Soms terwijl de tranen over mijn wangen stroomden.



Nu houd ikvast  aan de woorden van vers 6.
Met vallen en opstaan leer ik om dwars door mijn gevoelens heen te gaan en ze (en andere) als een proclamatie uit te spreken.
Niet omdat ik het altijd zo voel, maar omdat Hij die er achter zit, te vertrouwen is.
Hij houdt van mij en Hij zorgt voor mij.
Ook al is dat soms anders dan ik het graag zou zien.

‘Op Uw liefde vertrouw ik, HEER.
Ik juich van vreugde, want U brengt redding.
Over U zal ik zingen, want U bent goed voor mij.’


Soms worstel ik nog met mijn gedachten, waarin het woord ‘huichelaar’ alles op alles zet om mij ervan te weerhouden om toch te danken, te zingen, Zijn woord uit te bidden, te spreken.
Maar door het steeds opnieuw toch te doen, is deze strijd steeds sneller gestreden en komt ook minder vaak terug.

Ik hoop en bid, dat de woorden van Psalm 73:21-28, naast Psalm 13, jouw lijfwoorden mogen zijn of worden.
Want zolang wij onze toevlucht bij Hem zoeken, onze hulp van Hem verwachten, zullen we nooit beschaamd uitkomen.
Bij Hem is vergeving en bevrijding en genezing.

‘Toen ik zo verbitterd was, gekrenkt tot in mijn ziel, was ik een grote dwaas, iemand zonder verstand.
Ik gedroeg mij tegenover U zo redeloos als een dier.
Toch ben ik steeds bij U, want U neemt mijn hand en leidt mij volgens Uw plan; en dan ontvangt U mij met alle eer.
Wie heb ik in de hemel behalve U?
Behalve U verlang ik ook niets op aarde.
Al zou mijn lichaam bezwijken, al zou mijn hart het opgeven, U bent de rots waarop ik bouw, U bent mijn hele bezit, o GOD, voor altijd.


Wie U verlaat gaat haar/zijn ondergang tegemoet; U vernietigt wie U ontrouw is.

Dicht bij U te zijn, dat is mij het liefst.
Bij U, HEER GOD, zoek ik mijn toevlucht.
Vertellen zal ik alles wat U voor mij deed.'



Lieve Vader in de hemel.
Met het schrijven van de woorden ‘want U neemt mijn hand en leidt mij volgens Uw plan’ raakt mijn hart tot tranen bewogen.
Deels omdat ik zelf al zo vaak heb mogen zien dat U mijn hand genomen hebt en mij geleid hebt en deels omdat ik een pijn en bewogenheid in mijn hart voel voor allen die worstelen met depressieve gevoelens of depressie.
Dwars door het diepe dal van depressie en depressieve gevoelens heen wilt U bij de hand pakken en leiden en ik bid U, Vader, dat een ieder haar/zijn hand zal blijven uitstrekken, ook als er ogenschijnlijk verder niets lijkt te gebeuren.
Uw woord zegt: ‘U neemt mijn hand en leidt mij volgens Uw plan’ en Uw woord is Ja en Amen.
Waarheid, waarachtig, betrouwbaar.
Er zal herstel komen als we ons vertrouwen op U blijven stellen.
U zult ons dan met eer ontvangen.
Ontferm U, Vader, ontferm U over een ieder, want de strijd kan zo zwaar zijn en zo lang duren.
Ontferm U, Vader, ontferm U.
Wees hun licht in de duisternis, hun hoop in de leegte, hun troost in het dal van tranen en hun houvast op het moment dat de zinloosheid van het leven oprukt.
Ontferm U, Vader, ontferm U!
In Jezus’ Naam bid ik U dit.

- Amen -


Hoelang nog, Here, hoelang nog?
Hoor hoe David de woorden
uitroept naar God.
Het duurt al zo lang;
is God hem vergeten;
houdt God Zich voor hem verborgen?

Hoelang nog, Here, hoelang nog?
Hoor hoe David schreeuwt
om een antwoord van God.
Hoe hij roept om uitzicht
in de donkere uren van zijn leven
naar de ochtendgloren van de morgen.

Hoelang nog, Here, Hoelang nog?

Misschien is het ook wel jouw roep;
hardop, of in de stilte van je hart.
Klinkt jouw stem samen
met die van David
in deze woorden van smart.

Loop dan ook met David mee
tot aan het einde van zijn gebed.
Waarin hij blijft vertrouwen
op de God waarvan hij weet:
Hij is liefde en Hij redt.

Zing met hem
over de goedheid van God.
Want in Zijn hand
ligt ons aller levenslot.


Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita


Ps.
Er is iets wat mij niet loslaat en dat zijn de woorden: onvergevingsgezindheid en bitterheid.
Beide dingen kunnen mensen ziek maken als ze in ons leven aanwezig blijven, als we er aan vast blijven houden.
Ik wil hier niet verder op in gaan, maar de woorden wil ik wel genoemd hebben, daar ze maar in mijn hoofd blijven rondspoken.
Ik wil hierbij slechts alleen nog daarbij aangeven dat beiden zonde en rebellie inhouden.
God zegt dat we moeten vergeven en als we dit weigeren, komen we in opstand tegen Hem, met alle gevolgen van dien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten