zondag 24 maart 2013

Week 13 - Anderen oordelen

Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt; want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u zelf geoordeeld worden; en met welke maat u meet, zal er bij u ook gemeten worden.
HSV

Oordeel niet over anderen; dan zal God niet oordelen over u.
Want God zal u op dezelfde manier beoordelen als waarop u anderen beoordeelt, en hij zal u meten met de maat waarmee u anderen meet.
GNB

Mattheüs 7:1,2
Als er één ding is wat ik in de loop van al het schrijven van deze stukjes wel ontdekt heb, dan is het wel hoe goed het is om eerst eens naar de betekenis van woorden te gaan kijken.
Vaak is onze kennis van de meerdere betekenissen die een woord kan hebben zo beperkt, dat we daardoor de kans lopen om essentiële dingen te missen in het nadenken over bepaalde dingen, waardoor we een verkeerd of vertekend beeld kunnen krijgen van hoe het werkelijk is of ook kan zijn.

Zo is dit ook het geval met een woord als ‘oordelen’.
Als alleen kijkt naar de titel ‘Anderen oordelen’ en de erbij gegeven Bijbeltekst, dan kun je snel klaar zijn.
‘Je mag anderen niet oordelen, want als je dat doet dan zul je geoordeeld worden zoals jij die ander geoordeeld hebt.
Als wij niet oordelen, dan zal God ons niet oordelen.’

Het stukje op de kalender laat ons weten dat we er verstandig aan doen om niet te oordelen over anderen als zij terugvallen na inspanning voor hun vrijheid, omdat ons hetzelfde kan overkomen.
Het is zeker waar, dat we daar verstandig aan doen, immers we moeten niet denken dat we beter zijn dan een ander.
We zullen misschien niet onderuit gaan op het vlak waarop de ander struikelt, maar misschien wel weer ergens anders over.

Toch gaat het oordelen over anderen veel dieper en veel verder dan zo op het eerste gezicht lijkt met deze twee Bijbelteksten.
Kijk maar eens mee naar de verschillende betekenissen van het woord oordelen.
(encyclo.nl)
Achten, denken, zien, beschouwen, geloven.
Mening geven, mening uiten.
Beslissen, jureren.
Rechten, rechtspreken, vonnis wijzen, vonnissen.

Hier zien we dat oordelen veel meer kanten heeft dan alleen uitspraak doen.
met de manier waarop je iets ziet, gelooft, beschouwd, acht of denkt heb je al een oordeel klaar.
Met je mening geven, je mening uiten, vel je tegelijk ook een oordeel.
Zo ook als je jureert, of beslist, recht spreekt, een vonnis velt.
Niet al deze dingen zijn natuurlijk fout of negatief of verkeerd of zondig.
Toch is het goed om het eens in een groter geheel te zien, want het toont aan dat we misschien eerder een oordeel vellen dan we denken en misschien ook vaker op een verkeerde manier dan we dachten.

Op een niet Christelijke site las ik iets over oordelen dat mij toch wel raakte en aan het denken zette en wat ik ook hier toch graag even wil delen.

‘Anderen oordelen kost veel energie. We oordelen om niet bezig te hoeven zijn met onze eigen tekortkomingen. Een oordeel zegt net zoveel over degene die het geeft, als over degene die het ontvangt.’
(newstart.nl)
Hoewel het geen Christelijke site is, was het stukje over oordelen beslist niet verkeerd en kun je het goed gebruiken om in het licht van de Bijbel over oordelen na te denken.

Anderen oordelen verlegt inderdaad de aandacht van onszelf naar de ander.
Anderen oordelen is bezig zijn met een ander en niet met jezelf en je eigen tekortkomingen.
Anderen oordelen laat tegelijk iets zien van wie jij bent.

Als we de volgende verzen lezen, dan lezen we hoe Jezus spreekt over de splinter in het oog van de ander en de balk in eigen oog.
‘Waarom kijkt u naar de splinter in het oog van een ander, en merkt u de balk niet op in uw eigen oog? Hoe durft u tegen een ander te zeggen: Laat mij die splinter eens uit uw oog halen, terwijl u zelf een balk in uw oog hebt? Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan ziet u pas scherp genoeg om die splinter uit het oog van de ander te halen.’

Hoeveel kritiek is er vaak niet binnen onze gemeentes over en op elkaar?
Beseffen we daar eigenlijk wel bij dat we daarmee een oordeel vellen over mensen?
Als ik hierbij heel eerlijk ben en moet ik ook mijn hand in eigen boezem steken.

‘Oh, die muziek stond weer veel te hard!’
… Hij kan er ook niets van.
Hebben wij weleens achter die knoppen gestaan? En, maakte je nooit eens een fout?

Oh, wat zong ze vals!
… Ze kan ook helemaal niet zingen.
Hebben wij weleens als backing vocal meegezongen, terwijl je misschien verkouden of misschien zelfs ziek was?

Wat deed die raar, zag je hoe hij z’n handen omhoog deed; zag je dat, op die leeftijd en dan nog springen tijdens het zingen.
… Je hebt je wel te houden aan de geldende regels, etiquette of wat hoort op een bepaalde leeftijd, je hoort je niet idioot te gedragen.
Spring, dans, juich of hef jij je armen weleens op in aanbidding voor de HEER tot Zijn eer? De mens ziet wat voor ogen is, maar de HEER ziet het hart aan!

Die spreker was wel langdradig zeg; hij had in een half uur precies dat kunnen zeggen war hij nu anderhalf uur over deed.
… Hij kan helemaal niet spreken of als hij zich beter had voorbereid, dan zouden wij niet zolang in de kerk hebben moeten zitten.
Weleens gepreekt? De boodschap die God op je hart gelegd heb doorgegeven? Staan wij weleens op het podium of op de kansel?

Hoe makkelijk leveren we soms na een dienst geen commentaar op het één of het ander.
Hoe makkelijk vallen we soms onze voorgangers/sprekers/leidinggevenden aan op wat ze ‘verkeerd doen’ in onze ogen.
Hoe makkelijk blijven we soms weg uit de kerk of onze gemeente als er een bepaalde spreker is.
In al deze dingen ligt een oordeel verborgen; de ene keer openlijk de andere keer meer verborgen, maar een oordeel ligt er.
Wat een huichelaars zijn we soms!
We zijn soms zo druk bezig met het letten op de fouten van een ander, dat we onze eigen fouten en tekortkomingen in het geheel niet zien.

Daarbij ligt negen van de tien keer ons oordeel besloten in wat wij ergens wat van vinden en niet wat Gods woord erover zegt.
En zelfs dan dienen we heel voorzichtig te zijn en Gods woord zeer goed te onderzoeken of dat hetgeen is zoals God het heeft bedoeld.
Om vervolgens ook de verantwoordelijkheid nog te hebben in hoe we met deze dingen omgaan.
LIEFDE is in alles het sleutelwoord!

Oordelen.
Beoordelen.
Veroordelen.

Toch spreekt de Bijbel ook van oordelen en handelen op een juiste manier.
In 1 Korinthe 5 heerst er ontucht in de gemeente; hier laat Paulus dan duidelijk zien dat een oordeel en een vonnis op hun plaats is, en hoe fout het eigenlijk is om deze dingen op hun beloop te laten.

En 2 Timotheüs 3:5 zegt: Keer u ook van hen af.’
In de laatste dagen, zo schrijft Timotheüs, komen er zware tijden.
De mensen  zullen egoïstisch zijn,op geld belust, verwaand en hoogmoedig, beledigend, ongehoorzaam aan hun ouders, ondankbaar, niets heilig achten, geen gevoel tonen en onverzoenlijk zijn, kwaadspreken, geen zelfbeheersing hebben, enz. enz.
Houd dergelijke lieden op afstand zegt hij.
Ook hierin ligt een oordeel, maar het is een juist oordeel, omdat alles tegen God en Zijn woord ingaat.
Het gaat er niet om hoe of wij het zien, nee, het gaat in tegen wat God zegt.
Daarom moeten wij het afwijzen, veroordelen en ons ervan afkeren.

Van hen die een profetische boodschap hebben, mogen twee of drie het woord voeren, en laten de anderen het beoordelen.
1 Korinthiërs 14:29

Pas op voor de valse profeten. Ze komen in schaapskleren naar u toe, maar in werkelijkheid zijn het roofzuchtige wolven.
U kunt hen herkennen aan hun vruchten. Men plukt geen druiven van doornstruiken en geen vijgen van distels.
Matteüs 7:15,16

Oordelen en oordelen.
In ons spreken, in ons denken.
Rechtvaardig, onrechtvaardig.




Lieve Vader in de hemel, het is maar een tipje van de sluier die ik voor mijn gevoel heb kunnen oplichten.
Het gaat nog zoveel verder dan ik nu bevatten of handelen kan.
Maar ik dank U voor Uw woord, voor de leiding van Uw Geest telkens als ik met deze dingen bezig ben.
Ik moet U belijden, Vader, dat ik, zonder het vaak te beseffen, me schuldig maak aan het oordelen en veroordelen.
Vergeef mij, Vader, en maak mij er van bewust iedere keer opnieuw als ik maar de neiging heb om het te doen.
Ik buig mijn hoofd voor wie U bent, voor Uw woord, voor Uw leiding.
Help mij om voor ogen te houden wat juist is en mij af te keren van wat tegen Uw woord ingaat.
Leer mij daarom, onderwijs mij en vul mij boven alles met Uw liefde.
Laat mijn hart gevuld zijn met Uw liefde, met alles wat U vreugde schenkt en U eert.
Het hart is immers de bron van al het leven, Vader.
Kom met Uw Geest en doorstroom mijn hart tot overlopen toe.
Leidt mij aan Uw hand.
In Jezus’ Naam.

- Amen –




Heer, laat de woorden
van mijn mond
en de overleggingen
van mijn hart
zijn tot eer en glorie
van Uw grote Naam.
Laat ze zijn
als een reukwerk,
geurig en voor U
aangenaam.

Zet een wacht, Heer,
voor mijn mond
en behoed de deur
van mijn lippen.
Opdat zegen
en vervloeking
niet uit
dezelfde mond
zullen ontglippen.

Naar: Ps.19:15; Jak. 3:10; Ps. 141:3

©Rita Klapwijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten