zondag 16 december 2012

Week 51 - Geborgenheid

Zelfs de man met wie ik in vrede leefde,
op wie ik vertrouwde, die mijn brood at,
heeft mij hard nagetrapt.
Maar u, HEERE, wees mij genadig, en laat mij opstaan,
zodat ik het hun vergeld.
HSV

Zelfs mijn beste vriend,
op wie ik vertrouwde, die at van mijn brood,
heeft zich tegen mij gekeerd.
Toon mij, HEER, uw genade en laat mij opstaan,
dan zal ik hun geven wat ze verdienen.
NBV

Psalm 41:10,11


Geborgenheid:
veilig en vertrouwd.
Vertoeven
in de aanwezigheid
van iemand
die van je houdt.

Geborgenheid:
zekerheid en vastigheid.
Vertoeven
op een veilige plek,
dicht bij degene
die je liefdevol is toegewijd.

Geborgenheid is een belangrijk en kostbaar iets in ons leven, misschien wel één van de belangrijkste, kostbaarste dingen in ons leven.
Maar zoals het met veel dingen is, je weet pas hoe belangrijk, hoe kostbaar, als het er niet meer is of zelfs maar dreigt weg te vallen.
Ook zal een ieder waarschijnlijk haar/zijn eigen idee hebben over geborgenheid, maar hoe het ook zij, geborgenheid draait om veilig zijn, je veilig voelen.
Geborgenheid is veiligheid.

Op de één of andere manier is het zo, dat als ik alleen al aan dit woord denk, een warm gevoel krijg en glimlach op mijn gezicht.
Geborgenheid, geborgen.
Zoveel warmte en liefde liggen besloten in dit woord.
Zoveel veiligheid, vertrouwdheid.

Ik moet denken aan een foto die mijn oudste zoon afgelopen zomer heeft gemaakt van een vriend met zijn zoontje.
Dat is ongeveer het beeld dat in mij opkomt als ik denk aan het woord geborgenheid.


Beschermd, beschut, warm, innig, liefdevol omgeven - je geliefd weten en voelen, veilig.
Het gedichtje dat ik hierbij geschreven heb, gaat ook over geborgenheid; ‘Geborgen in Vaders’ armen’ (hoe kan het ook anders) heet het.

Geborgen in je vaders armen,
veilig en zo vertrouwd.
Voelbaar is zijn liefde
als hij je in zijn armen houdt.

Je koestert je
in de warmte van zijn nabijheid,
terwijl zijn hart zich verheugd
in jouw aanwezigheid.

Weet, lieve Jefta, zoals je vader
jou in zijn armen houdt,
je daar veilig bent en geborgen,
zo is daar ook je hemelse Vader,
die altijd naar je ziet
en voor jou zal zorgen.

Als ik lees wat er deze week op het kalendertje staat, dan lijkt het weinig te maken te hebben met het woord geborgenheid wat als titel is meegegeven, en ook de bijgevoegde tekst ter overdenking, niet.
Het verwijst naar hoe ons leven eigenlijk constant veranderd; hoe we op pijnlijke wijze worden losgetrokken van de veilige sleur.
Maar ook hoe wij daardoor de vrijheid vinden om Hem, die onveranderlijk is, te omarmen en de moed om anderen, die ooit zullen veranderen, aan Hem over te dragen.

Vroeger voelde ik me het meeste geborgen als alles liep zoals het hoorde.
Iedere maand hetzelfde salaris op de bank, mijn man aan het werk, ik thuis voor de kinderen en het liefst niet teveel nieuwe dingen.
Gewoon huisje, boompje, beestje; niets meer en niets minder.
Deze zekerheden gaven mij een bepaald gevoel van geborgenheid, want ik wist daarmee waar ik aan toe was.
Het voelde veilig en vertrouwd.
Zelfs mijn lichamelijke gesteldheid (veel rugproblemen en gewrichtsontstekingen) gaven in zekere zin mijn leven een bepaalde zekerheid.
Het was er en als het even weg was, kwam het gegarandeerd weer terug.
Dat ik dan in die dagen niets kon, hoorde daar ‘gewoon’ bij.
In deze beslotenheid van mijn leventje met man en kinders (en hond) voelde ik mij veilig en geborgen.

Maar met het verloop van de jaren werden ook mijn vingers op pijnlijke wijze losgetrokken van deze veilige sleur (zoals het kalendertje het noemt)
Mijn veilige leventje thuis bleek niet meer zo’n veilige geborgen plek te zijn.
Verwonde kinderen van het pesten en de depressiviteit die daar weer uit voortkwam, maakten ons huis tot een alles behalve geborgen plaats.
Als ik aan tafel even een kopje koffie zat te drinken, kon ik voelen wie er binnenkwam.
Zo’n ‘zware deken’ droegen zij met zich mee de kamer binnen.
Of, toen de ouders van het vriendje van onze (toen nog) puberdochter haar van ons af probeerde te nemen door haar in alles haar zin te geven, te voorzien en haar zo tegen ons op te zetten; haar meenamen, onderdoken, jeugdzorg, politie, enz.,enz.
Of de 13/14 (‘k ben de tel kwijtgeraakt) klaplongen met vier operaties ook van één van onze jongens.
Om ook maar niet te spreken van de tijd dat het met onze zaken zo slecht ging, dat we niet eens wisten of we nog wel konden blijven wonen waar we nu wonen.
Of zoals nog geen jaar geleden, dat we voor de keus stonden om één van onze zaken weg te doen, wat ook betekende je eigen zoon ontslaan plus een ander en maar hopen en bidden dat de volgende werkgever ons oude personeel maar over zou nemen.
(wat gelukkig wel is gebeurd en ook hebben ze weer werk gevonden)

Zekerheden vielen weg.
Mijn veilige thuis was niet meer zo veilig, want alles wat zeker en vertrouwd was viel weg of leek weg te vallen.
Mijn (ons) leven werd (en wordt) geschud aan alle kanten.
Als ik dit stukje lees, dan ervaar ik met alles wat er is gebeurd, dat mijn vingers één voor één op een zeer pijnlijke manier werden losgepeuterd van alle zekerheden die mijn leven had, of misschien moet ik eigenlijk zeggen, de zekerheden waarop ik mijn vertrouwen meer stelde dan ik dacht.
(En ik geloof dat dit proces doorgaat tot wij onze laatste adem uitblazen, want ik geloof dat het Gods verlangen is dat ons geloof en vertrouwen in Hem groeit en dat wij onze toevlucht bij Hem zoeken zodat wij  echte geborgenheid vinden)
Toen bleek, dat ik mijn geborgenheid zowel in de veiligheid van mijn eigen omgeving zocht als bij God.
Geborgenheid vinden bij God als alles goed en voorspoedig gaat is niet zo moeilijk; het gevoel van veiligheid is er immers al.
Maar je geborgenheid vinden bij Hem als ‘alle’ zekerheden rondom je wegvallen, dan wordt het een ander verhaal.

Als wij onze geborgenheid bij mensen of dingen zoeken, zullen we altijd worden teleurgesteld, want mensen en situaties zijn aan veranderingen onderhevig.
Dat is wat we ook zien terugkomen in het woord hierboven.
David schrijft hier over een vriend die hij vertrouwde, met wie hij at en dronk, bij wie hij zich ongetwijfeld veilig voelde en een stuk geborgenheid vond, maar die zich tegen hem keerde, hem verried.
Geborgenheid betekend je veilig voelen, op je gemak, maar hoe kun je je nog veilig voelen als je vrienden je verraden?
Wat wordt je vertrouwen in mensen beschadigd als deze dingen gebeuren en wat wordt het moeilijk om opnieuw iemand te vertrouwen.

De pijn van verraad is iets wat Jezus ook kent.
Eén van Zijn discipelen, die jaren met Hem is opgetrokken, verried Hem met een kus.
Een kus nota bene, het teken van genegenheid, van liefde!
Hoe hard kun je op iemands ziel trappen!

Als je het goed bekijkt dan is het heel moeilijk om hier op deze aarde een plaats te vinden waar je je geborgen mag weten.
Je ergens geborgen voelen, bij iemand of op een plaats, is wisselend, want niets is in dit leven blijvend.
Eigenlijk is er maar één plaats, één plek, waar een mens echte geborgenheid kan vinden.
Een geborgenheid die blijvend en onveranderlijk is.
En dat is bij God.

Dat is wat we mogen leren zien als onze vingers stukje bij beetje worden losgepeuterd van mensen of dingen bij wie wij onze veiligheid, onze geborgenheid zoeken.
God wil dat wij ons vertrouwen niet op mensen of op dingen stellen, maar op Hem!
Want Hij is Degene die onveranderlijk is, betrouwbaar en trouw, vol medelijden, liefde en geduld.
Als we bij Hem onze toevlucht zoeken, dan zullen we geborgenheid vinden ongeacht de situatie of omstandigheden.

Ik moet denken aan Psalm 91 waar staat:
‘Hij bedekt je met Zijn vleugels,
onder Zijn hoede ben je veilig;
Zijn trouw is een schild, een pantser.’

Kun je je er een voorstelling van maken?
In de jaren die achter ons liggen, kon ik ’s avonds in mijn bed kruipen, mijn ogen sluiten en als het ware hier helemaal in wegkruipen, want hier was het veilig, hier was ik geborgen.
Als het kind op de foto in de armen van zijn vader, zo voelde ik mij dan.
Als alles om je heen onveilig en onzeker is, visualiseer deze tekst dan eens.
Sluit je ogen en zie, voel, hoe Hij je met Zijn vleugels bedekt.
Hoe Hij met Zijn vleugels een veilige ruimte schept voor jou waarin je even afgesloten bent van alles wat er om je heen gebeurt.
Zijn trouw maakt de vleugels tot een schild, een pantser, waar niets of niemand doorheen kan komen.
Wind, kou en regen, alles wat je belaagd, houdt Hij bij je weg.
En er ontstaat als het ware een veilige cocon waarin je je geborgen voelt, omdat de ruimte gevuld is met Zijn liefde, Zijn trouw, Zijn zorg.

O, dit is ook de reden waarom het woord geborgenheid mij zo’n warm gevoel geeft van binnen en een glimlach op mijn gezicht brengt, want ik weet mij geborgen in Hem, bij Hem.

Jezus is voor mijn zonden gestorven aan het kruis op Golgotha.
De weg naar de Vader heeft Hij vrijgemaakt.
Door Hem is er altijd een plaats waar ik veilig en geborgen, namelijk bij Hem.

Zijn woord staat vol bemoedigingen waardoor we ons veilig en geborgen mogen voelen, mogen weten.
Ik wil je daar nog even mee naar toe nemen.
Voel de geborgenheid die uitgaat van deze woorden, ze zijn waarheid en eeuwig en onveranderlijk.

Psalm 27:5:
Word ik bedreigt,
Hij verbergt me in Zijn huis;
op de rots waar Hij woont,
laat Hij mij schuilen.

Veilig, schuilend bij Hem!

Psalm 62:2,3:
Bij God alleen kom ik tot rust,
Hij is mijn behoud.
Hij is voor mij een rots,
een toevluchtsoord, een vesting:
Hoe zou ik dan bezwijken!

Rust, leven, veiligheid en gesterkt worden!

Psalm 94:18,19:
Steeds als ik dacht te bezwijken,
hield Uw liefde mij staande.
Als ik ten einde raad was,
beurden Uw troostende woorden me op.

Liefde, troost!

Psalm 139:5:
U bent om me heen,
U bent voor me en achter me,
en Uw hand ligt op mijn schouder.

Zekerheid, Hij is er altijd!

Psalm 131:2:
Mijn hart is tot rust gekomen,
ik ben niet langer gejaagd;
als een kind in de armen van zijn moeder,
zo rustig ben ik.

Veilig en geborgen!
Tot rust komen in die geborgenheid!

Geborgenheid, gevoel van veilig zijn, van veiligheid.
Op deze wereld wisselen, veranderlijk, aan van alles en nog wat onderhevig, maar bij God altijd te vinden.
Elk moment, het zij overdag of ’s nachts, het maakt niet uit, want Hij is er altijd.




Lieve Vader in de hemel.
Stukje bij beetje peutert U in Uw liefde mijn vingers los van alles waar ik mijn veiligheid en zekerheid in zocht om mijn handen, mijn armen vrij te maken om U te kunnen omarmen.
Het proces doet zeer en kan soms heel beangstigend zijn, maar ik mag weten dat Uw eeuwige armen onder mij zijn.
De geborgenheid die ik hier in deze wereld zoek en vind is veranderlijk doordat niets ooit het zelfde is of blijft.
Maar U bent een eeuwige God, onveranderlijk en betrouwbaar.
U bent niet als het wisselen van de seizoenen, zoals onze omstandigheden of onze gevoelens, maar voor eeuwig en altijd dezelfde.
Zo zal ik in U, bij U, altijd geborgen zijn.
Bewaar mij, o God, als Uw liefst bezit, verberg mij onder Uw veilige vleugels.
Daar ben ik veilig en geborgen.
Dank U, Vader, dat U onveranderlijk bent, eeuwig en trouw.
Dank U, voor Uw liefde; U bent mijn toevlucht, mijn rots, mijn vesting.
Mijn schuilplaats.

– Amen –




Geborgenheid:
verblijven in Zijn nabijheid.
Vertoeven
in de schaduw
van Zijn vleugels,
in de bescherming van
Zijn aanwezigheid.

©Rita Klapwijk


Still (Hide me now)


1 opmerking: