zondag 1 april 2012

Week 14 - Overwinnend

‘U komt op me af vertrouwend op zwaard, lans en kromzwaard,’ antwoordde David. ‘Maar ik kom op u af vertrouwend op de almachtige Heer, de God van de slagorden van Israël.
U hebt Hem uitgedaagd.

Maar David zei tegen de Filistijn: U komt naar mij toe met een zwaard, met een speer en met een werpspies, maar ik kom naar u toe in de Naam van de HEERE van de legermachten, de God van de gelederen van Israël, Die u gehoond hebt.

1 Samuël 17:45

Jaren heb ik behoorlijk over deze tekst heen gelezen, in die zin, dat de diepte van de betekenis van deze tekst, aardig aan mij voorbij was gegaan, totdat ik eens het Boekje ‘Goliath de Baas’ van Max Lucado las.
Bovenstaande tekst werd aangehaald en belicht, en eigenlijk schrok ik ervan , dat ik dit al zo vaak had gelezen en tegelijkertijd over de diepe betekenis van deze tekst had heen  gelezen.

… maar ik kom op u af vertrouwend op de Almachtige Heer, de God van de slagorden van Israël.
… maar ik kom naar u toe in de Naam van de Heere van de legermachten, de God van de gelederen van Israël.

Wat zou ons leven er anders uitzien als we elke situatie, elke strijd, elk deel van ons leven zo tegemoet zouden treden.
Welk een overwinnend leven zou ons deel zijn …

Ik ga eerst nog even terug naar het begin van dit hoofdstuk.
Zowel de Filistijnen, als de Israëlieten, hadden hun troepen verzameld en hun kamp opgeslagen.
Allebei aan een kant van een berghelling en tussen hen in lag een dal.

Elke dag, wel 40 dagen lang, kwam er een kampvechter naar voren die de spot dreef met God en het leger van Israël.
Deze kampvechter, Goliath genaamd, was zeer imposant en joeg iedereen de stuipen op het lijf met zijn uiterlijk en zijn woorden.

Op een dag, precies op het moment dat Goliath verschijnt, is daar de jonge David, zoon van Isaï en de jongste van de acht, bij zijn broers in de gevechtslinie.
Hij ziet en hoort Goliath, maar hij hoort meer dan dat hij ziet.
In plaats van geïntimideerd te zijn door de verschijning van Goliath, is hij zeer verbolgen over hetgeen Goliath zegt.
Na wat over en weer gepraat met de soldaten en onenigheid met zijn broer over zijn vragen, wordt David bij Koning Saul geroepen en daar zegt hij: ‘Laat geen mens vanwege hem de moed laten zinken. Uw dienaar zal gaan en met deze Filistijn vechten.
Men probeert David er nog van te weerhouden, want men vindt hem te jong, te klein, te onervaren, maar David is vastberaden.
De Heere had hem eerder geholpen en David geloofde dat Hij dit opnieuw zou doen.
Saul wilde David nog toerusten voor deze strijd door hem zijn eigen gevechtstenue aan te trekken, maar David trok deze kleding weer uit, want hij kon er niet mee lopen.
Hij nam zijn staf, zocht 5 gladde stenen uit, die hij in zijn tas stopte, nam zijn slinger in de hand en liep op de Filistijn af.

Goliath keek op, zag David en verachtte hem, omdat hij nog jong was en hij laat dat ook duidelijk weten ook.
Hij beschimpt en vervloekt David, maar David laat zich, ook als hij oog in oog staat met Goliath, niet door hem intimideren, noch door zijn uiterlijk, noch door zijn woorden.
Hij antwoordt Goliath: ‘U komt op me af vertrouwend op zwaard, lans en kromzwaard, maar ik kom op u af vertrouwend op de almachtige Heer, de God van de slagorden van Israël. U hebt Hem uitgedaagd.’
( het hele verhaal van David en Goliath kun je lezen in 1 Samuel 17:1-54)

Ik denk dat een ieder van ons zo wel een strijd hebben te strijden.
Eigenlijk maakt het vlak waarop we strijden of hetgeen waar tegen we strijden helemaal niet uit.
De strijd is er en het is aan ons of we de strijd aangaan en als we hem aangaan, hoe we hem aangaan.

Ik was een verwoed rookster, wel een pakje sigaretten per dag en in tijden van stress nog wel meer.
Ook voor mij kwam het moment dat ik ervoer, dat God van mij vroeg om te stoppen en het roken te laten, voor Hem en omdat het beter was voor mijzelf.
Let wel: God vroeg het van mij, niet de mensen om mij heen die mij het leven af en toe zuur maakten met hun oordelen en opmerkingen!
Het heeft echter wel heel wat jaartjes geduurd en gekost voordat ik ook eindelijk kon zeggen dat ik was gestopt en niet meer rookte.
Een bijzonder verhaal op zich, wat ik met Goede Vrijdag ook op mijn site (Into Your Hands) wil plaatsen.
Vele pogingen had ik ondernomen en altijd was het: ‘Ik probeer te stoppen’, maar steeds opnieuw faalde ik.
Betrok ik God er niet bij?
Och, zeker wel, maar het was geen kwestie van ‘bid maar en het is weg en over’.
Ik weet wel, nu achteraf, waardoor het niet lukte, diep in mijn hart wilde ik het roken niet opgeven.
Het was geen kwestie van dat ik het niet kon, maar ik wilde het niet, want ik was bang voor de leegte, voor het gat, voor de kilo’s die er aan zouden komen.
Alleen al bij de gedachte ‘nooit meer’ kon ik al in ‘paniek’ raken.
Ondertussen voelde ik me bij iedere poging steeds schuldiger naar God toe, omdat het me maar niet lukte, dat mijn sigaret sterker was dan gehoorzaam  zijn aan Hem.
Wat heeft de boze mij aangeklaagd en het me moeilijk gemaakt!
Wat heb ik mij door hem laten intimideren en lam leggen!

Maar wat een geweldige God hebben we!
O ja, Hij zal ongetwijfeld veel verdriet hebben gehad om mij in dat proces, maar wat een liefdevolle en genadige God is Hij, dat Hij mij iedere keer weer vergaf en geduldig wachtte tot ik eindelijk mijn hoofd boog en gehoorzaam de weg ging van wat Hij mij gevraagd had.
D.V. 6 april - Goede Vrijdag 2012 – wordt het 5 jaar dat ik gestopt ben.
Het was niet makkelijk, maar die ‘Goede Vrijdag’ in 2007 ben ik de strijd aangegaan, zoals David de strijd aanging met Goliath.
Mijn rookverslaving was mijn Goliath (wist ik toen nog niet, hoor).

In de jaren die achter me liggen zijn er nog heel wat Goliath’ s in mijn leven voorbij gekomen en er zullen er ongetwijfeld ook nog heel wat komen.
De tijd waarin we leven wordt er immers niet makkelijker op.
Steeds meer en steeds vaker zullen we geconfronteerd worden met dingen die tegen God en Zijn woord ingaan en zullen we daarin keuzes moeten maken.
De verleidingen van deze tijd zijn groter dan ooit te voren en satan doet meer dan ooit zijn best om ons, kinderen van de Allerhoogste, te verleiden en het ons zo moeilijk mogelijk te maken.
Zijn tijd op aarde raakt op en hij gaat rond als een briesende leeuw op zoek naar wie hij kan verslinden.

De vraag is: ‘Laten we ons verslinden of laten we ons, net als David, niet intimideren en gaan we, met opgeheven hoofd, de strijd aan?’

… maar ik kom op u af vertrouwend op de Almachtige Heer, de God van de slagorden van Israël.
Maar ik ga op iedere strijd af – welke dan ook – in de Naam van de Almachtige Heer!
… maar ik kom op u af vertrouwend op de Almachtige Heer en God van Israël.
Maar ik ga iedere strijd aan – hoe groot en ontzagwekkend ook – in het volste vertrouwen in God, dat Hij mij zal helpen en de overwinning zal geven!

Op wie is ons vertrouwen?
Op wie zien wij?
Wie of wat zien wij als wij onze ‘Goliath’ in de ogen kijken?
Zien we de Almachtige God van Israël of zien wij alleen de omvang van onze strijd?
Is God voor ons De Levende God, die voor ons uitgaat en voor ons strijd?
Of is Hij Degene Die er wel voor anderen is maar niet voor jou?

David’ s vertrouwen in God ging nog verder dan alleen het uitspreken van zijn vertrouwen in God in het aangaan van deze strijd, hij zei namelijk ook: ‘Op deze dag zal de HEERE u in mijn hand overleveren…’
Whauw!
David vertrouwde er niet alleen op dat God hem helpen zou, maar hij stapte ook in die strijd gelovende dat God hem de overwinning zou geven!

Goliath vertrouwde voor zijn succes op zijn zwaard en op zijn speer.
David vertrouwde voor zijn succes op God.
Beiden spraken met evenveel overtuiging, maar er is maar Eén ware en levende God en op Hem vertrouwde David.
In Zijn Naam ging en streed hij.
En overwon!




Lieve Vader, wat kunnen wij ontzettend veel leren van deze jonge David.
Wat was zijn geloof en vertrouwen in U groot.
Het maakt mij stil, Here, te zien hoe hij zich niet laat intimideren door Goliath, maar Uw Grootheid, Uw Almacht, torenhoog boven Goliath uitziet.
Hij hoort hoe U, en het volk Israël, wordt beschimpt en gehoond en hij kan het niet over zijn kant laten gaan.
Hij ziet geen onoverwinnelijke reus, hij ziet alleen het kwaad, dat overwonnen moet worden en iemand moet dat doen.
En aangezien er niemand van de soldaten was die durfde, stond hij op om de reus zijn mond te snoeren, voor U en voor het volk.
Lieve Vader, wij hebben zo allemaal wel een strijd te strijden vroeg of laat en ik bid U, met heel mijn hart, dat U ons deze woorden van David dan te binnen brengt, zodat wij ons niet zullen laten intimideren, maar dat wij alles tegemoet zullen treden in Uw Naam en erop vertrouwend dat U ons de overwinning geeft.
Zo, Here, zullen we ons eigen ‘Goliathverhaal’ krijgen; waarop we terug mogen zien als we het moeilijk hebben of een nieuwe strijd hebben te strijden.
Zo, Here, kunnen we getuigen van Uw Grootheid en Uw Almacht en het zal ons tot kracht en sterkte zijn in moeilijke tijden.
Want U bent geen veranderlijke God, maar Dezelfde tot in alle eeuwigheid.
U hielp David, zijn gehele leven door, U hebt mij tot hier toe geholpen en U zal het blijven doen, zolang ik leef.
Dank U wel, Vader, voor zoveel liefde en genade.
Dank U wel voor wie U bent, voor wat gedaan heeft en nog zal doen.
Ik prijs Uw grote Naam.
Halleluja.

– Amen –




Intimiderend is zijn omvang,
zo ook de stampij
die hij zo graag maakt.
In alles is hij erop uit,
om mij het onderspit te doen delven
of ervoor te zorgen dat ik mijn strijd staak.

Groot is zijn misbaar,
ongeëvenaard de angst die hij mij
probeert aan te jagen.
Hij zet alles op alles
om mij onderuit te schoppen,
in de hoop en verwachting
dat hij daar zeker in zal slagen.

En zo belaagt hij mij,
beukt hij erop los,
keer op keer, dag na dag.
Dan komt Gods woord tot mij
en ik hervind in Hem mijn kracht
doordat ik opnieuw mag zien
wat ik in Hem vermag.

Zo wil ik voortaan leven
en op elke strijd afgaan in de Naam
van de Heer der legermachten.
Ziende op Hem,
kan ik iedere strijd aan
en op grond van Zijn Naam
de overwinning verwachten.

©Rita Klapwijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten